
Onze band met Westenschouwen begon in 1920, toen mijn grootouders, Waalko Jans Dingemans en Henriëtte (Jet) Dingemans–Numans, beiden kunstenaars die destijds in Groningen woonden, een eenvoudig arbeidershuisje (Voorhuis) kochten als familiezomerverblijf.
In 1936 werd het Atelier gebouwd als kunstenaarsstudio voor mijn grootmoeder, naar een ontwerp van mijn oom, ir. F.C.J. Dingemans. In 2017 voegden we 14 Bis toe, gekocht van onze buurman.

Ons verhaal
Ons verhaal begon eigenlijk in 1919
Na de oorlog reisde mijn grootvader op zijn motor — zijn beruchte, luidruchtige en rammelende stoomfiets — om Belgische vluchtelingen te bezoeken die hij en mijn grootmoeder tijdens de oorlog hadden geholpen. Op de terugweg naar Gorinchem stopte hij in Zierikzee om zijn vriend Siert Triezenberg te bezoeken, die daar net president van de rechtbank was geworden.

Zierikzee, 1919 – ets, W.J. Dingemans Sr.
Hij kende Zeeland al goed. Als schilder had hij in het begin van de twintigste eeuw tijd doorgebracht in Domburg, waar hij samenwerkte met kunstenaars als Toorop en Mondriaan, en ze hadden enkele jaren in Aardenburg gewoond. Dat verblijf in Zierikzee gaf hem de kans om met zijn motor verder op ontdekking te gaan. In die tijd was het eiland Schouwen nog afgelegen en landelijk. De RTM-stoomtram reed slechts tot Burgh, en van daar liep de weg over in een zanderig karrespoor. Zijn motor maakte het mogelijk om helemaal door te rijden tot aan de uiterste westpunt van het eiland.
Daar vond hij wat hij later een idyllisch plekje zou noemen, en hij huurde dat zomerseizoen zes weken lang een pas gerenoveerd boerderijtje van een plaatselijke boer. In een brief aan Noot Maris -de vrouw van kunstenaar Simon Maris- beschreef mijn grootmoeder de vakantie als “heel eenvoudig en primitief.” Een jaar later keerden ze echter terug en kochten het huisje, dat daarna het rustig hoekje van mijn grootmoeder werd.

“Waalko was in het voorjaar in Zierikzee en maakte daar een prachtige ets…”
Brief van mijn grootmoeder aan Noot Maris, na de zomer van 1919, waarin ze hun eerste verblijf beschreef als “heel eenvoudig en primitief.”
De geschiedenis van ons verblijf hier — en onze liefde voor dit eiland — begon ongetwijfeld dankzij die stoomfiets. Zonder die motorfiets zou mijn grootvader waarschijnlijk nooit het westelijkste punt van het eiland hebben bereikt: het gehucht Westenschouwen.
Zeeland had alles wat hij liefhad: het zachte licht, de weidse luchten, de zee en de open landschappen — maar bovenal de paarden op het strand en in de duinen, zijn grootste passie om te schilderen.
Meer dan een eeuw later zijn we er nog steeds. De huizen zijn in de loop der jaren langzaam geëvolueerd, maar de rust, de duinen en de schoonheid van de plek zijn gebleven. En nu heten we gasten welkom om te genieten van hetzelfde landschap dat ooit het hart van mijn grootvader veroverde.






















